Recente nieuwsberichten

'Het internet maakt ons dom'

 

BRUSSEL - Onze hersenen zijn er slecht aan toe, zegt auteur Nicholas Carr. Door voortdurende blootstelling aan het internet, met zijn nooit aflatende stroom van nieuwtjes, beelden en links, verleren we de vaardigheid om ons te concentreren en om diep na te denken. We worden eeuwig klikkende, zappende en scannende warhoofden. Is onze cultuur nog te redden?

 

Nicholas Carr heeft het aangedurfd om iets negatiefs te zeggen over het internet. Dan word je verketterd, natuurlijk. Nochtans is Carr in beperkte kring al jaren bekend als een van de meest vooraanstaande denkers over de toekomst van technologie. Met zijn boek Het ondiepe is hij nu een heuse celebrity geworden.

 

Nicholas Carr: 'Zoals veel mensen gebruik ik al lang pc's en digitale gadgets. En in toenemende mate gebruik ik het internet om mijn dag te organiseren. Enkele jaren geleden merkte ik dat ik moeite had om me te concentreren. Vooral als ik ging zitten om een lang artikel of een boek te lezen. Aanvankelijk schreef ik dat toe aan het ouder worden, of gewoon aan verstrooidheid. Maar het stoorde mij en ik ging erover nadenken. Ik realiseerde mij dat, zelfs wanneer ik niet achter de computer zat, mijn geest zich toch wilde gedragen zoals online. Mijn hersenen wilden zich niet focussen op de ene na de andere pagina, ze wilden heen en weer springen tussen verschillende documenten, op links klikken, googelen, naar mijn inbox kijken. Het leek wel alsof ik mijn hersenen had getraind om te werken op de manier die het web aanmoedigt. En toen wilde ik uitzoeken of dat waar kon zijn.'

 

En onderzoek over de hersenen bewijst dat het klopt?

 

'Het recentste onderzoek wijst uit dat de hersenen zich voortdurend aanpassen aan onze ervaringen en omstandigheden, ook als we volwassen zijn. En ze zijn vooral goed in zich aanpassen aan nieuwe werktuigen. Dat is wat wetenschappers neuroplasticiteit noemen. Vandaag is het internet steeds meer een centraal element van de omgeving waarin we leven, werken en met elkaar omgaan. Dan moet je je afvragen: hoe verandert dat de manier waarop we denken?'

 

DOMME FEITEN

 

Wat velen stoort aan uw boek, is dat volgens u die veranderingen grotendeels negatief zijn.

 

'Ik zeg niet dat er geen positieve veranderingen zijn. Ik haal zelf veel voordeel uit het internet. Ik doe veel aan research en dat is gemakkelijker geworden. Maar het internet moedigt ons aan om dingen oppervlakkig door te nemen, te scannen en ondertussen te multitasken. En dat vermindert onze vaardigheid om ons op iets te concentreren, op iets door te denken.'

 

'Het hangt er natuurlijk vanaf welke mentale vaardigheden je het hoogst inschat. Die vaardigheid om je mentaal af te sluiten van alle afleiding en iets grondig te overdenken is voor mij toch essentiëler dan dat snelle met informatie jongleren.

'

Niet alleen kunnen we ons niet meer concentreren, we kunnen ook niets meer onthouden, schrijft u. Maar is dat nu niet het geweldige van het internet? We hoeven geen domme feiten meer te memoriseren.

 

'Dat klinkt natuurlijk logisch: als je minder dingen moet onthouden, dan hou je meer ruimte over in je hersenen voor echt denkwerk. Maar de hersenen zitten veel ingewikkelder in elkaar. Het blijkt eigenlijk net omgekeerd te zijn: hoe meer dingen we in ons geheugen hebben opgeslagen, hoe gemakkelijker we diep kunnen nadenken en hoe beter we kunnen leren. Pas als we iets "onthouden,, door het te verplaatsen van ons korte- naar ons langetermijngeheugen, gaan we de nieuwe informatie verweven met alle andere dingen die we al hebben geleerd of meegemaakt. Als je online een paar feiten gaat opzoeken is dat misschien schitterend om een vraag te beantwoorden, maar niet om diepe persoonlijke verbanden te leggen tussen die feiten. En dat is nu net essentieel voor onze kennis.'

 

Als we op het net zitten, worden onze hersenen continu overladen met informatie en impulsen. Maar waarom vinden we dat fijn en niet gewoon afmattend?

 

'Er zijn aanwijzingen dat het vinden van een nieuw stuk informatie, of dat nu iets belangrijks is of iets triviaal, dopamine vrijgeeft in de hersenen. Dopamine veroorzaakt genot en is cruciaal voor de werking van onze hersenen, want het zorgt ervoor dat we gedrag dat goed voor ons is, herhalen. Maar dat systeem ligt ook aan de basis van verslavingen.'

 

'Wat ik nu ga zeggen is speculatief, maar ik denk dat er een heel natuurlijk instinct is om zoveel mogelijk informatie tegelijk te verwerken. Primitieve mensen hadden er belang bij om voortdurend hun aandacht te verschuiven en alles te weten wat er rondom hen gebeurde, omdat dat hun overlevingskansen verbeterde. Wat er is veranderd, is dat er nu zoveel meer informatie beschikbaar is, dankzij het internet. De mogelijkheid om aan nieuwe stukjes informatie te geraken, is onbeperkt.'

 

Maar al die feitjes en gegevens onthouden we niet. Ze dringen niet echt tot ons door.

 

'Precies. En dat heeft opnieuw te maken met de manier waarop onze hersenen werken. Naast ons langetermijngeheugen hebben we ook een werkgeheugen, waar we informatie tijdelijk beschikbaar houden. Dat werkgeheugen is eigenlijk de inhoud van ons bewustzijn op een gegeven moment. Maar wetenschappers weten al lang dat de ruimte in dat werkgeheugen heel beperkt is. Als je voortdurend wordt gebombardeerd met informatie, krijg je cognitieve overload. Er is geen tijd om die informatie over te brengen naar het langetermijngeheugen.'

 

Onze kinderen worden al als kleuters aan de onlinewereld blootgesteld. Die zijn er dus nog erger aan toe.

 

'Wel, hoe vroeger je in de technologie wordt ondergedompeld, hoe meer je de voordelen maar ook de nadelen ervaart. En als kinderen de technologie beginnen in te bouwen in hun sociale leven, met sms'en bijvoorbeeld, dan wordt het erg moeilijk voor hen om daar nog van weg te stappen. Op de duur hebben ze geen tijd meer om alleen te zijn met hun eigen gedachten. Ik kan mij indenken dat dat op lange termijn invloed heeft op hun vermogen om diep na te denken.'

 

Moeten we onze kinderen dan weghouden van het internet?

 

'Ik denk dat het wijs is om het gebruik van het internet en beeldschermen te beperken. Het is niet mogelijk om ze er helemaal van af te sluiten. Want die technologie gaat niet weg, natuurlijk, ze zal essentieel zijn voor hun werk later. We moeten hen ze goed leren gebruiken. Maar vooral voor jongere kinderen is het belangrijk dat ze thuis en op school aan die technologie kunnen ontsnappen, net omdat die alles zo doordringt. Ik denk dat kinderen aangemoedigd moeten worden om zowel die snelle, oppervlakkige, sociale manier aan te leren om dingen te scannen, als de rustige, diepere manier van nadenken. Als er voortdurend een beeldscherm in de buurt is, kun je die tweede manier niet ontwikkelen.'

 

Dus best geen computers in de klas?

 

'Scholen en ouders waren er heel erg op uit om technologie in te voeren in het onderwijs. Want technologie is slim, en hoe meer technologie de school heeft, hoe beter die school is. Maar er zijn weinig bewijzen dat dat een positief effect heeft. Onderzoek wijst eerder op dat probleem van cognitieve overload. Als je kinderen te veel informatie geeft, onthouden en begrijpen ze minder. Ik zeg niet dat we computers uit de school moeten bannen, maar het onderwijs moet wel een plek zijn waar kinderen even aan die technologie kunnen ontsnappen.'

 

Wat kunnen we nog doen om te zorgen dat onze kinderen ook lineair leren denken? Moeten we zorgen dat ze boeken lezen?

'Ja, dat denk ik wel. Het is belangrijk dat kinderen de kans krijgen om hun hersenen te gebruiken op alle manieren. Dat betekent ze aanmoedigen om boeken te lezen. En om soms alleen te zijn, niet altijd bloot te staan aan die constante stimulatie. Ze hebben een brede mix van ervaringen nodig.'

 

De 'millennials', zij die op het internet zijn opgegroeid, zijn heel anders dan de oudere generatie. Hoe zal dat onze cultuur veranderen als ze volwassen zijn?

 

'Eigenlijk zie ik niet zo'n scherp verschil tussen die 'digital natives' en de anderen. Onze hersenen zijn nog altijd fundamenteel hetzelfde, of we oud zijn of jong, en de invloed van de technologie erop is in essentie hetzelfde. Niemand kan zich concentreren op één ding terwijl hij voortdurend wordt afgeleid, dat leer je nooit, hoe intensief je de technologie ook gebruikt. Maar jongeren kennen inderdaad geen andere wereld dan deze, en dat zal invloed hebben op onze cultuur.'

 

DOEMDENKER

 

'Als we mensen minder kansen geven om op een aandachtige manier te denken, dan begint de rijkdom van onze cultuur weg te lekken. Want de monumenten van onze cultuur, die komen doorgaans van mensen die zich heel hard hebben toegelegd op een bepaald onderwerp of idee. Aan de andere kant, misschien krijgen we een efficiëntere cultuur, gaan we die efficiënte manieren van denken hoger aanschrijven dan meer contemplatief denken.'

 

U bent nu onherroepelijk geklasseerd als een doemdenker. Vindt u dat jammer?

 

'Ja, dat zit me wel dwars. Maar ik vind het vooral jammer dat men hier absoluut een zwart-witkwestie van wil maken. Het internet is ofwel slecht, ofwel goed. Daar moeten we voorbij. Het goede is vervlochten met het slechte, dat moeten we inzien.'

 

'Het ondiepe. Hoe onze hersenen omgaan met internet' van Nicholas Carr is uitgegeven door Maven Publishing, Amsterdam.

 

Bron: De Standaard